Tien en Ko op reis door Europa

Zuid en oost Sicilië en de vulkaan Etna

De 3e week op Sicilië begint en we pakken een camping 30 km verder Z-O waarts aan de kust bij Punta Bracchetto, om weer eens uitgebreid te douchen en te wassen en internetten. Het is een typische campercamping pal aan de kust met voornamelijk Duitse camperaars. Je ziet hier geen tentplaatsen, hooguit een paar caravans. We staan weer zo'n beetje met de voorwielen op het strand aan een prachtige baai. In de verte staat een oude ruïne op de landpunt. Het dorp is vrijwel verlaten en ligt te wachten op de gasten die in de paasvakantie massaal hun vakantiehuizen bezoeken. We wandelen wat en nemen een strandbad. Hier geen mooie schelpen te zien, jammer. Na 2 nachten breken we op en gaan via de stad Modica naar de volgende camperplek. Modica dat wat landinwaarts ligt werd in de 17e eeuw getroffen door een aardbeving en bijna helemaal verwoest. Alleen de kerken hebben het overleefd. De stad werd herbouwd met Tufsteen in Barokstijl en ligt in een diep smal ravijn. Erg mooi en indrukwekkend. Gelukkig blijft het rustig in de bodem tijdens ons bezoek, de Etna is namelijk een paar weken geleden ook weer actief geweest. Een bezoek aan de Etna ligt nog in de planning. We reizen nu van zuidoost naar noordoost en komen er dan langs.

In Marina di Modica, dat aan de kust ligt, is een enorm marmer geplaveid parkeerplein aan de boulevard. Daar zetten we de camper neer naast een oude camper van een Italiaan. Giovanni blijkt 93 jaar te zijn, behoorlijk doof en hij reist alleen. Hij heeft dikke verhalen in het Engels: dat hij officier was bij de Carabinieri (politie) en als spion heeft gewerkt in de hele wereld. Zijn vrouw was een verre nicht van Queen Elizabeth en hij kent veel Groten der Aarde persoonlijk. Heel vermakelijk!! We staan hier weer op een prachtig plekje en blijven 4 nachten. We maken lange strandwandelingen (vinden een paar mooie schelpjes) en een fietstocht van 50km. Wild kamperen is leuk alleen jammer dat je dan geen internet hebt. In Portugal had je in elk dorp wel een café of plein met gratis wifi, hier hebben alleen grote steden een internetcafé en moet je altijd betalen.

We reizen dan via Noto, dat net als Modica op de werelderfgoedlijst van Unesco staat en idioot veel prachtige kerken heeft, naar de oostkust. Hier belanden we op een camping vlak boven Catania. Overal ligt er as, als zwarte gravel; op straat, daken, auto's, echt overal op. Men vertelt ons dat de nacht ervoor op 1 april de Etna een uitbarsting heeft gehad en een uur lang lava en as gespuwd heeft. Zie http://youtu.be/MDyv-ZJ9gR4 voor een filmpje. De camping heeft het er druk mee om al die troep weer op te ruimen. Eigenlijk willen we hier ook een wasje doen maar dat wordt dus niks want er valt nog steeds as. Gelukkig is er wel internet, gratis en onbeperkt. Wat een weelde. We skypen een uur lang met Suzanne en lezen jullie reacties op ons reisblog. Dat is erg leuk, het geeft een gevoel van dat je toch met elkaar in contact bent. Dus blijven doen af en toe.

Dan is het tijd om de Etna te bezoeken. Via een enorme slingerweg komen we aan op een groot parkeerterrein op 2000 meter hoogte. We zijn de sneeuwgrens gepasseerd en je ziet overal zwarte lava tussen de sneeuw uitkomen. Onderweg hebben we diverse keren de actieve krater kunnen zien. Het is niet de hoofdkrater maar een van de 4 andere. We kopen een ticket om met de gondel nog 400 meter hoger te gaan en daarna nog een half uur met een jeepbus over een hobbelweg van lava tussen metershoge ijswanden tot bijna 3000 meter. Hier wacht een gids die ons meeneemt naar een krater die nog warm is en stoom afgeeft. Deze krater heeft in 2002 veel lava gespuwd over de zuidelijke helling en de oorspronkelijke kabelbaan, parkeerterrein en gebouwen volledig verwoest. Het is hier ijskoud en de wind giert snoeihard om ons hoofd. We zien mensen in overhemdjes rondlopen, brrr, die hebben zich niet goed voorbereid. Wij hebben handschoenen, sjaals en jassen aan. Het landschap is zwart-wit, heel bizar, alsof je op een andere planeet loopt. De actieve krater is nu behoorlijk dichtbij en je ziet de dampen langs de mond naar beneden gaan. Jammer genoeg zijn er geen lavastromen meer maar wat een unieke en bijzondere belevenis. Dit hadden we niet willen missen. We besluiten op het parkeerterrein te blijven voor de nacht en doen de volgende dag de route langs de noordelijke helling. Die is veel groener en oude, tientallen meters brede, zwarte lavastromen doorkruisen het landschap. We lunchen onderweg in een gitzwart lavalandschap. Iets hoger ligt er alweer sneeuw waar de zwarte punten van de lava boven uit steken. Vanaf de noordkant heb je een totaal overzicht van de gehele Etna, het is echt een heel grote vulkaan. Indrukwekkend!

deel 2 Sicilië

Vorige week hebben we op internet alle leuke campings en camperplaatsen op Sicilië opgezocht. Daar maken we nu goed gebruik van. De bedoeling is wat meer camperplaatsen te gebruiken om te overnachten. In Sciacca (spreek uit Skjakka) vinden we een prachtige plaats op de pier in de haven. Er staan nóg wat campers dus dat voelt wel veilig. We kunnen net boven de enorme blokken beton, die ze als zeewering gebruiken, uitkijken naar de zee. Het stadje is een plaatje. Overal zie je bont aardewerk dat in kleine ateliers wordt vervaardigd. In de oude binnenstad stikt het van de pizzeria's en eettentjes en winkeltjes. Het is op een heuvel gebouwd en je hebt boven een prachtig uitzicht over de baai vanaf een groot plein met palmen, waar het in de namiddag druk is. Dat is namelijk de tijd dat men elkaar ontmoet en bijpraat. Heel gezellig! We pakken een terrasje voor een birra (biertje) en nemen daarna nog een pizzaatje omdat we geen zin in koken hebben.

Dan gaat de reis langs de zuidkust westwaarts naar Selenute, een oude Griekse stad met drie tempels die in 250 v. Chr. helemaal verwoest werd. De resten liggen er allemaal nog en zijn deels weer opgebouwd. Er zijn veel van dit soort resten op Sicilië, en we willen er in ieder geval een van zien. We wandelen er wat uurtjes rond en gaan dan op zoek naar een camperplek in de buurt. Die bevallen ons allemaal niet, de een is in een uitgestorven dorp, bij de andere is een kermis vlakbij. Dan gaan we maar door naar de NW kust, zo'n 120 km rijden. We komen uit in San Vito lo Capo dat aan een prachtig baai met zandstrand ligt, tussen ruige rotsformaties. Na wat gezoek vinden we tegen de avond een mooi plekje aan het strand, om te staan voor de nacht. Even later komt er nog een camper bij, zijn we niet zo alleen.

De volgende morgen pakken we de fietsen om de omgeving te verkennen. We belanden op een weg die langs de bergen omhoog gaat, pal langs de kust. Het biedt een schitterend panorama met een azuurblauwe zee en witte strandjes in de diepte. We hebben gelukkig e-bikes, dus omhoog is een makkie. Terug gaat helemaal geweldig, we hoeven bijna niet te remmen omdat onze batterij dan oplaadt en dat remt af. Tegen de avond maken we een strandwandeling en vind ik opeens een megagrote schelp van 25 cm, zo'n gedraaide, geweldig! Zoiets zoek ik altijd op het strand maar vind dat nooit. Ik ben helemaal blij. Ko gaat nu ook zoeken en we vinden nog vele kleinere, en ook allemaal euromunten. Echt lachen! Naast ons op de camperplek komen leuke Duitsers staan die al vaak op Sicilië geweest zijn en ons veel goeie tips geven. Na drie nachten, waarvan een op een camping in de buurt, trekken we richting oost, langs de noordkust onder Palermo door naar Cefalu. Onderweg een mooi heuvelig en soms bergachtig landschap met veel wijngaarden en olijf- en fruitbomen. Er bloeit al veel hier, je ziet veel geel , rood en rose. In Cefalu blijkt de camperplek niet leuk dus rijden we verder. Na nog wat gezoek vinden we bij toeval een mooi camperpark langs de weg aan de kust. Er rijdt wel een trein vlak langs maar we hebben er 's nachts geen last van. In het stadje vlakbij, Santa Stefano di Camestra, gaan we op zoek naar een ontbijt, wat op zondag best lastig is. Het stadje is bijzonder fraai en er is een hele straat met alleen maar keramiekwinkeltjes. Ze beschilderen het met veel kleuren en drukke afbeeldingen, heel apart.

Nu gaan we de bergen in, zuidwaarts, naar Nicosia. Het is een constante klim tot 1500 meter. De weg is behoorlijk beschadigd door verzakkingen. Je ziet echt scheuren en kuilen en soms duikt het wegdek opeens 20 cm naar beneden. Ook zijn er afgezette stukken omdat een weghelft verdwenen is. Gelukkig is er bijna geen verkeer op de weg. In Nicosia gaat de doorgaande weg midden door het centrum en door zo'n smal straatje met bochten en laaghangende balkons dat ik moet uitstappen om Ko er door te loodsen. Enerverend, zulke situaties moet je niet teveel hebben! We vragen aan een Italiaan waar we kunnen staan en vinden een mooie camperplek met uitzicht over het dal. De Italiaan spreekt een klein beetje Duits en nodigt ons meteen uit om bij hem thuis te komen douchen of naar het toilet te gaan, erg aardig toch? We maken er maar geen gebruik van, maar het moet gezegd: de Sicilianen zij toch een stuk aardiger en opener dan de Sardinianen! De volgende morgen gaan we verder zuidwaarts naar de kust, waar we een camperplaats weten aan het strand. Ook daar ontmoeten we een erg aardige Italiaan die de strandtent waar we naast staan bewaakt en onderhoudt. Hij komt ons meteen vijf appels brengen in een stenen kommetje, dat we ook mogen houden. Nu blijkt die Italiaan een Roemeen te zijn die hier twee jaar woont. Ook hij biedt zijn douche en zelfs de wasmachine aan en na een strandwandeling wast hij mijn voeten eigenhandig. De plek is doodstil, we zijn helemaal alleen en genieten er van! Arrivederci ....

1e week op Sicilië

Uiteindelijk komen we pas maandagmorgen om half 11 aan in Sicilië. Het weer is zo slecht op zee dat varen niet eerder kan dan zondagavond. We mogen al wel zaterdagavond aan boord gaan en slapen dus 2 nachten op de boot in onze hut. Het schip gaat flink te keer, we lopen als een dronkenman rond. Gelukkig slapen we allebei prima en worden we niet ziek. We varen naar Palermo, de hoofstad van Siclië. Zodra we aankomen, het zonnetje schijnt, gaan we naar een camperpark in de stad omdat we de stad willen bekijken. In Palermo is het echt een chaos en heel druk. Er wordt veel getoeterd en het is echt oppassen geblazen. Het verkeer doet een soort stoelendans, iedereen neemt voorrang en als je je aan de verkeersregels houdt ben je een mietje. Overal zie je vuilcontainers staan die overvol zijn en er ligt dus veel naast. We pakken de bus naar het centrum. We belanden in de kleine straatjes van het oude deel. De gebouwen zijn van mooi tot kompleet vervallen, lege ruines, hele blokken onleefbaar en er wordt toch ook veel gerenoveerd. In diverse straten is er een permanente markt met van alles en nog wat. We eten ergens een broodje en kijken onze ogen uit hoe men hier leeft. We proberen bij de VVV een campingoverzicht van het eiland te krijgen maar daar heeft men nog nooit van gehoord. Wij weten dat het bestaat, want van Sardinië hebben we er ook één. Onvoorstelbaar hoe slecht hier de info-voorziening is. De volgende dag rijden we dwars door het binnenland naar de zuidkust omdat het daar de komende week het warmst is. Heel wisselende landschappen laten zich zien. Ruige steile bergrotsen met hoge punten maar ook lieflijke groene heuvellandschappen met mooie dorpjes in de verte. Het is er vergeven van de olijven- en sinaasappelplantages en er staan veel wilde gele bloemen in bloei. Kuddes schapen met herders zie je overal in de velden.

We gaan een week op een camping staan vlak bij de kust, even stilstaan en genieten van het hier zijn. Er staan diverse campers, zelfs een aantal Nederlandse. Het lijkt hier wel druk vergeleken met Sardinië. Gezellig! We stappen op de fiets om het badplaatsje Secca Grande te bewonderen. Compleet uitgestorven daar, maar wel een mooie baai met een azuurblauwe zee. Nu we een tijdje stil staan doen we de was , pak ik mijn beeldhouwspullen uit en ga aan de slag met een knaloranje stuk albast van 12 kg, heerlijk genieten. Vlak bij ons blijkt een stuk krijtkust te zijn waar mooie stukken kristal op het strand liggen. We gaan kijken in de prachtige baai met een eindeloos strand en inderdaad onder de krijtrotsen, vlak boven het zand zitten vele beige lagen met grillige puntige kristallen. Heel bijzonder! Natuurlijk nemen we een stuk mee naar huis. De hele week is het lekker weer, maar de lucht is wel koud. Zodra je uit de zon komt moet je een trui aan. Het is eigenlijk een stuk minder warm dan verwacht. Gelukkig kun je hier op de camping internetten via een usb-stick, die je voor een dag kan huren. Fijn is dat, weer contact hebben met het thuisfront.

We brengen de week door met luieren, fietsen en beeldhouwen. Tijdens het fietsen komen we een 0ouder Siciliaans stel tegen; ze zoeken in de berm kruiden en groenten. Ze spreken een beetje Duits. Leuke mensen. In het dorp vlakbij komen we een gezellige, rijke sinaasappelboer tegen die lang in New York gewoond heeft. Hij heeft alle tijd voor ons. Bij een plantage krijgen we 2 grote zakken vol sinaasappels, voor niks! De mensen zijn erg aardig en hebben veel praatjes. Het vlees is hier bijzonder lekker. We kopen bij de slager een enorm stuk rundvlees wat maar 5 minuten gebraden hoeft te worden. Het is geen biefstuk, maar mals, heerlijk!! Ook de tomaten en aardappels zijn anders, lekker hier. En natuurlijk de koffie. We hebben een Italiaans koffiepotje aangeschaft dat op gas moet koken, krijg je een soort espresso van. Zalige koffie!

Tot de volgende blog.......

Sardinië

We besluiten om eerst naar de beroemde Costa Smeralda te gaan, dat ligt in het noordoosten en heeft prachtige baaien met zandstranden en blauwgroen water. Het landschap is heuvelig met vele rotsformaties en struikbegroeiing. De rotsen die in en langs het water staan zijn door water en wind uitgesleten en hebben bizarre vormen. Henry Moore, beroemd beeldhouwer, raakte hierdoor geïnspireerd en dat zie je in zijn werk terug. Kunst gemaakt door de natuur, mooi hoor! Na wat gezoek ontdekken we een camping die open is, we zijn de 2e gasten. Met de bumper staan we zowat op het strand. Fantastisch uitzicht. We doen een wasje en rusten wat en gaan vroeg naar bed na die slapeloze nacht op de boot. Morgen een boodschapje doen en wandelend langs het strand naar het dorp Palau. Jammer genoeg heeft de camping nog geen internet, ze zijn aan het switchen van provider en het internetcafé in het dorp is nog gesloten. We zijn hier zo vroeg in het seizoen dat veel nog niet open is.

Na 2 nachten gaan we langs de noordkust richting de stad Sassari. Mooie plaatjes onderweg en veel toeristische ressorts die ook nog niet open zijn. Sassari vinden we niet veel aan en we besluiten een camperplek in de buurt te zoeken. Ook daar zijn we de enige gasten op het terrein. We koken een heerlijk maal met knoflook-aardappeltjes uit de oven met rozemarijn en salie, die ik pluk rond de camper. Dat groeit hier in het wild! Verder een heerlijk Italiaans haaskarbonaadje en witlofsla. Zalig! De volgende dag is het bewolkt en regent het af en toe. We gaan verder naar Alghero, bezoeken het oude centrum, en dan langs de westkust naar het zuiden. De kustweg is indrukwekkend mooi, hoge begroeide bergruggen met veel rotsblokken, diepe rotskusten en woeste zee met af en toe de zon. Als we op een parkeerplaats staan om een foto van al dit moois te nemen komt er ineens een wild zwijn langs dartelen en even verderop nog een! 50 km onder Alghero vinden we een parkeerplek aan het strand waar we de nacht doorbrengen. Het stormt flink hier.

Halverwege het eiland gaan we weer naar de oostkust. Een prachtige route met spectaculaire bergen en afgronden. De weg kronkelt zich over de bergflanken en langs hoge passen. Onderweg komen we een groep wilde varkens met jongen tegen die vlak voor ons de weg oversteken. Fantastisch! Dan zakken we af naar de kust en rijden opeens langs vele marmermijnen! We belanden vlak onder Tortoli op een 4 sterren camping met wifi. Het ligt heel mooi aan een baai en heeft zijn eigen strand. De toilet-gebouwen zijn super de luxe. Helaas zijn ze wel druk bezig op de camping, om 8 uur ‘s morgens zijn ze al met grote machines en veel lawaai bezig tot 6 uur 's avonds. Niet echt rustig! Wifi is er alleen voor de receptie, buiten. We blijven 2 nachten en gaan dan naar Cagliari om de boot naar Sicilië te boeken. Er gaat alleen de volgende nacht een boot, voor veel geld. Anders een week later pas. Dus boeken we maar. Vlak voor het inschepen gaat het niet door wegens slecht weer, morgen dan?? Nee, ook niet blijkt de volgende dag, pas zondag, 2 dagen later en overdag. We hebben wel een hut betaald!! We zijn klaar met Sardinië: heel mooi maar vrij camperonvriendelijk, vrijwel nergens wifi en duur. De mensen zijn vaak druk, lawaaierig en ongeduldig: ze luisteren slecht.

Op weg naar Sardinië

We zijn 3 nachten in Sestri Levante gebleven. De laatste dag zijn we naar Porto Fino gefietst. Een prachtige route langs de kust met onderweg mooie pittoreske dorpjes en 1 behoorlijke lange klim. Die was zelfs met onze elektrische fietsen moeilijk en het stroomgebruik was zo enorm dat we per trein terug moesten. Porto Fino is echt een geweldig mooi plaatsje met 2 baaien en overal eettentjes. Het is nu nog rustig natuurlijk, maar zomers zal je over de koppen kunnen lopen. De fietsen zijn gratis in de trein maar je moet ze wel onder de arm nemen om door de traptunnel naar het andere perron te komen. En dat is niet gemakkelijk met die zware fietsen. Pfff.

Dan vertrekken we richting Carrare waar de marmerberg van Italië te vinden is. Deze is enorm hoog en ligt te schitteren in de zon. Men zegt dat er geen schaduw te vinden is. Er wordt al sinds de Romeinse tijd spierwit en roze marmer gedolven. Het stadje ligt aan de voet en het is stoffig wit op straat. Overal zie je werkplaatsen waar men het marmer bewerkt. We gaan met de camper naar boven om een marmermijn te bekijken. De weg is smal en er rijden enorme vrachtwagens af en aan met grote marmerblokken erop. Beetje eng wel. De mijnen worden vertikaal gedolven en je kunt echt in een grote diepte kijken. Heel indrukwekkend!

Dan gaan we verder langs de kust naar Pisa. Er is een camperplek vlak bij het centrum en de scheve toren, die we natuurlijk ook moeten zien. Pisa heeft een leuk centrum, we hebben een terrasje gedaan en 's avonds heerlijk gegeten in een pizzeria. Een voorafje met allerlei kaas en hamsoorten, gefrituurd brooddeeg, paté en tomaten-salsa op toast. Daarna een verrukkelijke pizza en dat alles met een fles lekkere rode wijn. Voldaan zoeken we de camper weer op. De volgende dag is het 1 maart en gaan we ‘s avonds met de boot vanuit Livorno naar Sicilë. We wilden eigenlijk vanuit Marseille varen maar die boot was al vol. We hebben de hele dag nog voor ons en Ko besluit dat hij een deel van het dashboard maar eens gaat losmaken omdat er allerlei draden los onderuit zijn gaan hangen en er zelfs een doosje met draden eraan onderuit gekomen is. Na enig geklooi lukt het hem en hij heeft meteen spijt van zijn actie. Wat een warboel van draden zeg, daar is geen beginnen aan. Hij bint dus de dradenboel wat aan elkaar en propt de hele handel weer achter het dashboard en nu maar hopen dat alles het nog goed doet. Gelukkig wel!

Na de lunch gaan we richting Livorno, lekker op ons gemak langs de kustweg want het is niet ver rijden. We komen er tegen 3 uur aan en stallen de camper direct in de rij voor de boot die gigantisch is. Omdat we tijd zat hebben gaan we de haven en de stad bekijken. Om 19 uur begint het inladen, er staan massa's vrachtwagens, auto's en wat campers klaar om in te laden. Ongelofelijk hoeveel er in zo'n boot kan en dat hij ook nog blijft drijven. Om 21 uur vetrekken we, we hebben slaapstoelen en het is erg lawaaiig. We slapen slecht en nemen de volgende keer een hut. Om 7 uur zijn we in Olbia, Sardinië, moe maar blij dat we er zijn. Nu eerst koffie en ontbijt.

Op weg naar Italië

Dinsdagmorgen 21 februari zetten we de laatste dingen in de camper en de fietsen op het rek. We hebben een fietshoes aangeschaft omdat ze erg vies worden achterop de camper. Het blijkt een heel gedoe te zijn om de hoes erom heen te krijgen, maar na wat gepruts en gemopper lukt het toch.

Omdat we niet met winterbanden rijden kunnen we niet door de Alpen maar nemen we de Route Soleil langs de Rhône. We hebben een rustige reis de eerste dagen met goed weer en geen files. Onderweg pakken we steeds een camperplek om te overnachten. We staan langs kanalen, bij mooie dorpjes en meertjes en rijden door prachtig flets geel en bruin gekleurde landschappen. Doordat we zo veel mogelijk de snelwegen vermijden genieten we meer van de omgeving, zien een vos met prooi op een weide en vele roofvogels. Tot aan Lyon ligt er ijs op het water en zien we sneeuwresten op de schaduwplekken. Onder Lyon gaat de zon schijnen, heerlijk. In Orange besluiten we te gaan lunchen op een terrasje. Het vakantiegevoel begint te komen. De laatste stop in Frankrijk nemen we een camping aan de voet van een enorme, indrukwekkende, kale rotsformatie: Sainte Victoire in de Provence.

Ik ben na 5 dagen rijden wat rijmoe, dus nemen we de snelweg richting Italië. Dat gaat 3 x zo snel dan via de hoofdweg. Ons doel is San Remo, een bekende Rivièra badplaats met een beroemd casino. Vlak voor de grens beginnen de tunnels waarvan er nog vele zullen volgen de volgende dag. De uitlopers van de Alpen lopen hier tot in de zee. De stadjes en dorpen liggen langs de kust tegen de berghellingen aangeplakt in allerlei pasteltinten. Echt indrukwekkend mooi. Het is hier langs de kust dichtbevolkt en alle heuvels zijn bebouwd met prachtige huizen. Ook zien we veel kassen waar men bloemen in teelt. In San Remo blijkt het heel druk te zijn, ja het is zaterdag, dus logisch. Alle Italianen zijn op stap in het weekend. Vlak voor de stad ontdekken we een camperplek dus die nemen we maar, ook al is die niet bepaald fraai, het ligt wel aan zee. We zijn er, Italië, het avontuur kan beginnen.

San Remo vinden we bij nader inzien te toeristisch dus gaan we de volgende dag naar een camping in Sestri Levante, iets voorbij Genua. De camping is klein en we zijn de enige gasten. Er zijn maar een paar plaatsen voor gasten, de rest van het terrein staat propvol gebouwd met vaste plaatsen voor caravans. Ze staan echt boven op elkaar. Het zal hier zomers wel een heel gekakel zijn. Als we eenmaal staan blijkt onze afvoer opeens verstopt te zijn! Gelukkig hebben we op de plek een kraan met aanrechtje, maar morgen moeten we eerst de boel gaan ontstoppen. Uiteindelijk heeft het een hele ochtend gekost om dit probleem op te lossen. Ko heeft van alles geprobeerd, maar uiteindelijk lukte het, door via een stuk tuinslang de boel schoon te blazen. Er kwam een enorme troep uit zeg!

's Middags lekker op de fiets en in een heerlijk zonnetje de stad verkend. Het is heel pittoresk hier, mooi onderhouden huizen in de bekende pastel-tinten en beschilderd met versieringen zodat het er uit ziet alsof de huizen ornamenten hebben. De straten en pleinen zijn schoon en fraai om te zien. Goed toeven hier!

Laatste verhaal uit Spanje

Op het camperpark in Alfas del Pi is het reuze gezellig. Er is 2 keer in de week een borrelavond. Ko gaat dan fanatiek biljarten met ene Henk uit Ten Boer terwijl ik zit te kletsen met aardige vrouwen aan de bar. We blijven er uiteindelijk 6 dagen, verkennen de diverse dorpen per fiets en wisselen met diverse camperaars adressen uit.

Onze volgende bestemming is een camping in Javea. Dat ligt iets verder naar boven maar wel aan de kust van de Costa Blanca. We hebben een afspraak gemaakt met een officiële ion-dealer om naar onze fietsen te komen kijken. Er is iets niet goed met de elektronica waardoor Ko zijn fiets veel te hard rijd en zijn batterij veel te snel leeg is. Gelukkig kan hij het euvel verhelpen. Het is mooi hier en Javea is een leuk stadje met mooie stranden. Toevallig is er ook een christelijks feest, ze laten dan jonge stieren door de stad rennen naar het plein bij de kerk. We zijn niet gaan kijken, het lijkt ons zielig voor die beesten. Het is een enorme lawaai, met kermis en veel muziek tot in de late uurtjes. Gelukkig is de camping een eind buiten het centrum zodat onze nachtrust niet wordt verstoord. Nadat de fietsen weer helemaal top rijden besluiten we naar een naburig stadje te fietsen en daar met de fiets op de trein te stappen naar Calpe. Dat ligt ver onder ons aan de kust en is beroemd om zijn rotsformatie die in de zee eindigt. Heel mooi. Ook bezoeken we de markt maar weer zien we geen oude bekenden, helaas.

Naast Javea ligt een berg die lijkt op een olifant als je vanaf een bepaalde kant er naar kijkt. Men heeft een fietsroute uitgezet die om de berg heen gaat tot aan Denia, wat een zeer bekende badplaats is. De route is 26 km en dat lijkt ons wel wat, dus gaan we op een zonnige dag op pad. Geweldig mooie rit met veel hobbels en gaten, langs prachtige ongerepte dorpjes en we moeten zelfs over een spoorbaan klimmen met onze fietsen om de route te kunnen volgen. Na 5 nachten houden we het hier voor gezien en vertrekken richting Valencia. Onderweg zie je veel hoertjes langs de hoofd wegen staan, hier slaat de crises dus al echt toe.

De camping bij Valencia is een aanfluiting, hij ligt tussen twee drukke wegen in en er blaffen altijd hordes honden. Er is maar 1 douche die het doet en dan nog met een pisstraaltje en ook nog behoorlijk vaak koud. Maar het ligt op fietsafstand van de stad, dus neem je de rest voor lief. Het oude Valencia is mooi met smalle straatjes en leuke pleinen en in de oude droge rivierbedding heeft men een prachtig park aangelegd waar je kan wandelen en fietsen. Ook ligt er een futuristisch siencepark in met heel bijzondere gebouwen. De binnenstad is sfeervol en gezellig druk met heel veel kerken. We eten wat tapas op een zonnig terrasje en genieten van de stad. De volgende dag vertrekken we met een tussenstop in Peniscola, wat een prachtig oud stadje op een bergrots heeft, naar het noorden om alsnog het Dali museum in Figeres te bezoeken.

Dit is echt de moeite waard mensen, naast de bizarre kleurrijke schilderijen zie we ook prachtige realistische en moderne werken, wonderlijke bouwsels en composities van diverse gebruiksvoorwerpen die samen kunstwerken vormen. Soms moeten we door een speciale lens kijken om de gehele compositie in de juiste context te kunnen zien. We genieten urenlang van al de mooie en gekke hersenkronkels van Dali.

's Middags rijden we richting Frankrijk, de terugreis is begonnen. Nog een paar nachtstops en dan zijn we woensdag weer thuis als alles goed gaat en we niet door sneeuw en vorst verrast worden. En dan eerst mijn moeders 80ste verjaardag vieren en ons gaan voorbereiden op onze grote reis naar Italië.

Groetjes Ko en Tien

aan de Spaans Costa\'s

We blijven een hele week in Guardamar op de luxe camping. De buren zijn niet de echt de gezelligsten, maar verder bevalt het heel goed. Lekker fietsen daar en af en toe aan het strand. De omgeving is hier erg dor en droog, zelfs de rivieren liggen er vrijwel droog bij. Al het water wordt landinwaarts tussen de bergen in grote stuwmeren opgevangen om de watervoorziening voor het hele jaar te kunnen garanderen. We zijn op een dag met de bus naar Alicante gegaan. Dit is de toeristische streekstad waar je ook met het vliegtuig aankomt als je naar de Costa Blanca gaat. Daar bekijken we de stad , eten een hapje wandelen langs de playa en door het centrum. Steeds schijnt het zonnetje heerlijk warm op ons bolletje. Maar in de schaduw voel je dat de lucht best koud is, het is hier toch óók winter.

Onze volgende bestemming is een camperpark in Alfas del Pi, een klein dorpje net boven Benidorm. Op de weg er heen rijden we ook door Villa Joyosa en we proberen met de camper naar de haven te rijden waar ik vlak bij ooit met mijn zus Inge en een vriendin een paar maanden gewoond heb.

Het dorp is zo veranderd dat ik er bijna niets meer van herken. Zelfs de boulevard langs het strand is zo verbouwd dat ik moeite heb om me te oriënteren. Toch vinden we het huis uiteindelijk wel maar kunnen we er met de camper niet bij komen en parkeren lukt ook niet. We besluiten de volgende dag met de fiets er naar toe te gaan en rijden door naar de camperplek.

Daar zit de poort dicht en als ik navraag doe blijkt dat ze problemen hebben met de vergunning en dat ze eigenlijk dicht zijn. Toch staan er wel wat achtergebleven camperaars op het terrein. Ze willen ons niet buiten laten staan en uiteindelijk mogen we toch ergens een plekje zoeken. Gelukkig! Het zijn Limburgers die het runnen, het heet dan ook Los Limbos. Zaterdag en woensdag is er borrelavond en heel erg gezellig. O ja, ook leuk, nog voordat we het terrein oprijden komen we bij de poort de eerste eigenaren van onze camper tegen. Die zijn helemaal enthousiast en houden hele verhalen wat er allemaal in het verleden met onze camper gebeurt is en waar ze overal geweest zijn. Ook hebben ze nog een accessoire voor ons die we bij hun kunnen ophalen in Nederland. Wat een toeval hè?

De volgende dag gaan we dus op de fiets naar Villa Joyosa. Na enig zoeken vinden we de broer van mijn oude huisbaas: Pedro. Hij vertelt ons waar Pedro woont, maar we treffen hem niet thuis. Het dorp is vele malen groter geworden dan 30 jaar geleden, maar toch geweldig mooi en pittoresk en heerlijk rustig vergeleken met Benidorm. Dat is één groot bejaardenressort en vreselijk druk. Op een terras aan de playa eten we wat en daarna gaan we nogmaals langs Pedro's huis. Nu is hij er wel en hij is blij verrast mij te zien. We moeten direct binnenkomen en krijgen Cava aangeboden (de Spaanse champagne) en typisch Spaans eten. Hij tovert direct een fotoalbum te voorschijn met foto's van mij en Inge bij hem thuis van lang geleden. We praten heel gezellig met elkaar over vroeger en hoe het nu met ons is, wel in het Spaans natuurlijk, maar dat gaat wonderbaarlijk goed. Inge je moet de groetjes van hem hebben en Marian ook. Erg leuk hem na zo veel jaar weer te zien.

Zondag gaan we naar de markt in Benidorm. Ontzettend veel rommel verkopen ze daar zeg. Van de oude marktkooplui uit mijn Spaanse periode zie ik niemand. Jammer!

Jo, de schoonvader van onze vriendin Annet zit volgens ons hier in een hotel maar als we hem willen opzoeken blijkt hij al weer vertrokken naar Nederland, jammer!

Hasta luego amigo's